info-steel-18

Aussi, la transformation de la maison Delsaute, construite à Queue-du-bois dans la région lié- geoise par l’Atelier d’Architecture Pierre Heb- belinck, appartient-elle à une de ces heureuses surprises que le sort nous réserve quelquefois. Au départ, la maison est d’un type tristement banal, proche du type ‘fermette flamande’, avec toiture de tuiles, maçonneries de pare- ment, chien assis dans l’axe de l’entrée, etc. La transformation et l’extension imaginées aujourd’hui vont heureusement mettre à mal cette banalité. Le vocabulaire architectural utilisé perturbe quelque peu la silhouette traditionnelle grâce à l’extension arrière permettant l’abaissement de la toiture – souligné par le réaménagement des terrasses – et surtout grâce à la ‘suspension’ du nouveau pignon Nord. Si les matériaux extérieurs les plus courants sont utilisés : ardoise en toiture et en bardages mu- raux pour unifier le volume, les ouvertures sont traitées, elles, de façon peu conventionnelle, mêlant un ensemble de grandes baies à l’arrière et de très petites et nombreuses baies verticales du côté le plus visible à partir de l’espace public et des voisins proches, car le terrain est assez étroit. Les entrées évasées sont, peut-être, une discrète allusion à l’architecture américaine. L’utilisation d’une charpente en acier, de chemi- nées en inox sablé, des éléments préfabriqués en acier autopatinable aux entrées et de châssis métalliques (qui font heureusement oublier les fenêtres en bois méranti de la première construction), est assez rare dans ce genre de réalisation pour être soulignée. Les dispositions intérieures sont, elles aussi, requalifiées. Il est donc particulièrement heureux de voir que l’on peut encore attaquer la banalité quo- tidienne et lassante de la petite maison ‘quatre façades’ et proposer de revisiter la vision habi- tuelle qu’on peut en avoir, et que diffusent les sociétés de construction qui occupent, hélas, la quasi-totalité du marché, s’exposent dans les foires commerciales et étalent une publicité interdite aux architectes. De verbouwing van het huis Delsaute, gebouwd in Queue-du-bois in het Luikse door het Atelier d’Architecture Pierre Hebbelinck, is dan ook één van de aangename verrassingen die het lot soms in petto heeft. Oorspronkelijk is de woning van een trieste banaliteit, het ‘Vlaamse fermette’-type, met een pannendak, siermetselwerk, een dakkapel boven de ingang enz. De verbouwing en de uitbreiding zoals ze vandaag werd uitgewerkt, zullen deze alledaagsheid gelukkigerwijs een halt toeroepen. Het gebruikte architecturale vocabularium doorbreekt het traditionele silhouet dankzij de uitbreiding aan de achterzijde, waardoor het dak verlaagd kan worden – dit wordt nog geaccentu- eerd door de herinrichting van de terrassen – en vooral dankzij de ‘zwevende’ nieuwe noordgevel. Werden de meest courante buitenmaterialen ge- bruikt – leien voor het dak en als muurbekleding om het volume eenheid te verschaffen – dan werden de ramen vrij onconventioneel uitgewerkt, met een reeks grote openingen achteraan en zeer kleine en talrijke verticale ramen aan de meest zichtbare zijde vanaf de publieke ruimte en de naaste buren. Het terrein is immers vrij smal. De wijd uitlopende ingangen zijn allicht een discrete verwijzing naar de Amerikaanse architectuur. Het gebruik van een stalen skelet, schoorstenen in ge- zandstraald roestvast staal, geperforeerde elemen- ten in weervast staal bij de inkommen en ramen in voorpatineerd staal (die de meranti ramen van de eerste constructie godzijdank doen vergeten), is vrij zeldzaam in dit soort realisatie en verdient hier te worden onderstreept. Ook de inwendige verdeling van de ruimtes werd herzien. Het is dus bijzonder aangenaam vast te stellen dat men de dagelijkse banaliteit van de kleine viergevelwoning nog kan overstijgen en de klassieke visie die men erop heeft, kan herzien. Een visie die de bouwfirma’s – die helaas het volledige marktsegment beheersen – via re- clametechnieken verboden voor architecten, op jaarbeurzen verkondigen en verspreiden. 11

RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MDY=