info-steel-19

paviljoen_pavillon 58 IBM _IBM Showroom in ere hersteld Het IBM-paviljoen - van de International Business Machines Corporation - herinnert ons aan een gouden bloeiperiode voor het Amerikaanse bedrijf. IBM laat er zijn eerste harde schijf - de 305 Ramac - zien en demonstreert er de programmeertaal Fortran die de informaticamarkt jarenlang zal domineren. Het gebouw is van de hand van een markant fi- guur van de modernistische architectuur en design van de VS: Eliot Fette Noyes (1910 - 1977). Na een tijd met Walter Gropius en Marcel Breuer te hebben gewerkt, realiseert Noyes verschillende projecten voor IBM voor wie hij de eerste Ameri- kaanse ‘corporate identity’ creëert. Noyes is ook bekend als lid van de ‘Harvard Five’ – de groep architecten verder bestaande uit Marcel Breuer, Philip Johnson, John Johansen en Landis Gores, dat van het stadje New Canaan in Connecticut een centrum van moderne architectuur maakte. Het paviljoen uit 1958 wordt gekenmerkt door de transparantie en de lichtheid van de dragende struc- tuur van 20 dunne stalen kolommen, verdeeld over drie parallelle rijen. De voorgevel en de achtergevel aan de noordelijke ingang van het Expo-terrein zijn volledig beglaasd. Ze doen de omtrekken van het etherische gebouw dat baadt in het licht vervagen. De kolommen binnen in het gebouw hebben een Showroom recomposé Le pavillon IBM - International Business Machines Corporation - témoigne d’une période faste pour la firme américaine. Elle y expose notamment les performances du 305 Ramac - le premier disque dur - et du langage de programmation Fortran qui dominera le marché informatique pendant de longues années. Le bâtiment est l’oeuvre d’une figure marquante de l’architecture moderniste et du design aux USA: Eliot Fette Noyes (1910 - 1977). Après avoir été partenaire de Walter Gropius et de Marcel Breuer, Noyes réalise de nombreux travaux pour IBM pour qui il crée la première ‘corporate identity’ améri- caine. Noyes est aussi connu comme l’un des ‘Har- vard Five’ - le groupe d’architectes comprenant Marcel Breuer, Philip Johnson, John Johansen et Landis Gores - qui transformèrent la petite ville de New Canaan dans le Connecticut en un centre de l’architecture moderniste. Le pavillon de 1958 est marqué par la trans- parence et la légèreté d’une ossature portante comportant 20 fines colonnes tubulaires en acier, réparties en trois rangées parallèles. La façade principale et la façade arrière bordant l’entrée nord du site de l’Expo sont entièrement vitrées. Elles estompent les limites d’une construction éthérée baignée de lumière. Eliot Noyes (US) Architect_Architecte A. & J. Polak (BE) Uitvoerend architect_Architecte d’exécution H. Hine (BE) Studiebureau_Bureau d’études Ateliers Delanghe (BE) Staalbouwer_Constructeur métallique Bâtiments & Ponts (BE) Algemene aannemer_Entrepreneur général Tekst_Texte: Paul Guillaume 1958 1958 Eliot Noyes - Gent 1958

RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MDY=