info-steel-41

Gaten in het te verzinken materiaal De elementen dienen van ophangpunten of hijsogen en in- en uitvloei-openingen en ontluchtingsgaten voorzien te worden. Het thermisch verzinken gebeurt immers door dompelen. Zink, lucht en de verschillende voorbehandelingsvloeistoffen moeten via deze openingen gemakkelijk in en uit de holle delen van een constructie kunnen stromen. Afgesloten ruimtes kunnen bij opwarmen tot 450°C ontploffingen en/of vervormingen veroorzaken. Ook bij okselstukken, verstij- vers, voet- en kopplaten moeten uitsparin- gen zijn voorzien voor het makkelijk in- en uitvloeien van lucht en zink. Voor tanks en vaten geldt dat per 500 liter inhoud de in- en uitvloei-openingen een diameter hebben van 100 millimeter. Vervormingen Als er vervormingen van het materiaal optreden, dan komt dat altijd door het vrijkomen van de aanwezige of geïnduceerde spanningen of door onvoldoende in- en uitstroommogelijkheden. Vervormingen kunnen voorkomen worden door : • symmetrisch te ontwerpen; • bij samengestelde delen grote verschillen in materiaaldikte te voorkomen; • een juiste lasvolgorde te hanteren; • constructies van dun plaatstaal zo uit te voeren dat ze bij opwarming in het zinkbad gelijkmatig kunnen uitzetten; • het aanbrengen van gezette verstevigingen in het plaatoppervlak. kokerprofielen tot 5 m lengte (afmetingen in mm) tubes profilés jusque 5 m de longueur (dimensions en mm) aantal openingen aan elk uiteinde nombres de trous à chaque extrémité 1 2 4 kleiner dan _ inférieur à minimale diameter (mm) _ diamètre minimale (mm) 30 30 40 x 20 12 10 40 40 50 x 30 14 12 50 50 60 x 40 16 12 10 60 60 80 x 40 20 12 10 80 80 100 x 60 20 16 12 100 100 120 x 80 25 20 12 120 120 160 x 80 30 25 20 160 160 200 x 120 40 25 25 200 200 260 x 140 50 30 25 Trous dans le matériel à galvaniser Prévoyez des trous et anneaux de suspension suivant les indications du galvanisateur ainsi que des trous de passage pour le zinc et l’air. La galva- nisation à chaud consiste en effet en une suite d’immersions. Le zinc, l’air et les différents liquides du prétraitement doivent pouvoir entrer et ressortir aisément des parties creuses de la construction. A la température du zinc fondu, l’humidité contenue dans des poches d’air emprisonné engendre de la vapeur d’eau à haute pression pouvant provoquer des explosions et/ou des déformations. La présence de goussets, raidisseurs, plaques d’assise et de jonction exige également des passages pour l’air, les liquides de prétraitement et le zinc. Les trous de passage des réservoirs et corps creux doivent avoir un diamètre de 100 mm par 500 litres de contenance. Déformations Les déformations de matériel sont pratiquement toujours dues à la libération des tensions exis- tantes ou créées dans l’acier ou à l’insuffisance des trous de passage. Ceci peut être évité : • Par une conception symétrique • En s’abstenant de souder des aciers d’épais- seurs trop différentes • En respectant le séquentiel de soudage • En réalisant les ensembles en tôles minces de telle manière qu’elles puissent se dilater de façon uniforme • En prévoyant des raidisseurs de pliage dans les tôles. Tabel 1: Grootte van in- en uitvloei-openingen en ontluchtingsgaten _Tableau 1: Dimensions des orifices d’entrée et des orifices d’écoulement Fig.3: Verstijvers _Raidisseurs Fig.4: Voetplaat _Plaque d’assise Fig.5: Uitvloeiopeningen voor tanks en vaten _Orifices d’écoulement pour réservoirs et tonneaux 83

RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MDY=