info-steel-42

In 2007 wonnen de B-Architecten uit Antwerpen de ontwerpwedstrijd met een uiterst helder concept. Op het gesloopte gedeelte was er plaats voor boven elkaar geplaatste zalen. Het gedeelte van Eysselinck werd zo gaaf mogelijk behouden en op een oordeelkundige wijze gerestaureerd. Om de twee delen op een vlotte wijze met elkaar te verbinden kozen de architecten voor een aantal transparante loopbruggen. Het principe van de loopbruggen is het verdichten van een vakwerk met fijne trekkers en dikkere profielen om de drukkrachten op te nemen. Diagonalen kruisen elkaar maar zijn niet verbon- den. Boven- en onderaan heeft de staalplaat een dikte van 25 mm. Daar waar de loopbruggen op elkaar steunen werd het vakwerk vervangen door een Vierendeel-cel bestaande uit een kokerprofiel (25 x 25 cm), een oplossing die visueel niet eens opvalt. De plaatsing was een ingenieuze onderneming. De loopbruggen werden in hun totale lengte vanaf de straat over het gebouw opgetild en geplaatst op de binnenkoer. Het grootste en laatst geplaatste deel met een lengte van 25 m werd vastgemaakt aan de nieuwbouw en opgelegd in het gedeelte Eysselinck. En 2007, les B-Architecten d’Anvers rempor- tèrent le concours de projet avec un concept extrêmement clair. Sur la partie démolie, il y avait place pour des salles superposées. La partie d’Eysselinck fut conservée le plus complètement possible et restaurée judicieusement. Pour relier les deux parties l’une à l’autre avec fluidité, les B-Architecten ont opté pour un certain nombre de passerelles transparentes. Le principe des passerelles réside dans la densifi- cation d’un treillis avec de fins tirants et des profils plus épais pour absorber les efforts de compression. Des diagonales se croisent mutuellement mais ne sont pas reliées. En haut et en bas, la plaque d’acier a une épaisseur de 25 mm. Aux endroits où les passerelles s’appuient l’une sur l’autre, le treillis a été remplacé par une cellule de Vierendeel constituée d’un profil creux (25 x 25 cm), une solution qui ne ressort même pas visuellement. Le placement a été une entreprise ingénieuse. Les passerelles ont été soulevées depuis la rue au-dessus du bâtiment sur la totalité de leur longueur et placées sur la cour intérieure. La partie la plus grande et placée la dernière, d’une longueur de 25 m, a été fixée à la nouvelle construction et imposée dans la partie Eysselinck. categorie A 19

RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MDY=