info-steel-45

Tijdelijk verhoogde wegen, van staal Dit type voorlopige constructie, met de bedoeling het verkeer om te leiden ter plaatse van belangrij- ke bouwplaatsen of overbelaste kruispunten, deed in 1964 op het continent zijn intrede. Het systeem wordt ondersteund door portieken en eenvoudige T-staanders, hoofdbalken en dwarsliggers. De 2 rijwegen zijn plaatstalen caissons, waarop een 2 mm dikke epoxylaag is aangebracht, vermengd met kwarts. De montageduur is erg kort en kan uitgedrukt worden in dagen. Brugpijlers van de hoogspanningslijn over de Schelde in Antwerpen Het dwarsen van de Schelde en de eisen om een vrije hoogte van 70 m aan te houden onder de kabel, voor een overspanning van 769 m tussen de 2 laatste brugpijlers, hebben een zeer hoge constructie vereist, nl. 153,60 m en 134,60 m. Naast de gebruikelijke berekeningshypothesen, werd reke- ning gehouden met een breuk van de 2 geleiders en van de bliksemdraad. De brugpijlers, met een veran- derlijke vierkante structuur zijn gemaakt van met bouten geassembleerd hoekstaal. De assemblage gebeurde op de grond, in 4 elementen. Ontwikkelingen op het vlak van staal Dit artikel beschrijft de verbeteringen van de breukbe- lasting, vanaf het puddelijzer tot aan staal Fe52, en behoud van de ductiliteit. De lasbaarheid vergt een beperking van het koolstofgehalte en andere elemen- ten die meewerkten aan de verbetering van de breuk- belasting, maar er werd een compromis gevonden op basis van het koolstofequivalent (CEV). Het probleem van een brosse breuk wordt aangekaart, wat een classificatie van staal rechtvaardigt op basis van de kerfslagvastheid bij lage temperatuur (overgang van ductiel naar bros gedrag) Administratief gebouw van de onderneming HADIR in Differdange Het 34,75 m hoge gebouw bestaat uit zichtbare stalen structuren en gordijngevels. De stabiliteit van het gebouw wordt verzekerd door inwendige kolom- men, die samen met de schoorbalken stijve frames vormen, over de hele hoogte in de dwarsrichting en over 6 traveeën in de lengterichting. Het probleem van het onvoldoende draagvermogen van de grond vereiste het gebruik van 10 m lange metalen palen, bestaande uit HEB 280-balken, onderaan over 1,20 m verstevigd met 2 HEA260-balken. Chaussées surélevées, provisoires Ce type de construction provisoire en acier, ayant pour but de dévier le trafic, à l’endroit de chantiers importants ou de carrefours congestionnés, fit son apparition sur le continent, en 1964. Le système est supporté par des portiques et des montants simples en T. des poutres principales et des entre- toises. Les 2 voies de roulement sont des caissons en tôles, sur lesquelles est appliquée une couche de 2 mm d’époxy, mélangé à du quartz. La durée de montage, très courte, se définit en jours. Pylones de la ligne haute tension, sur l’Escaut à Anvers La traversée de l’Escaut et le règlement exigeant une hauteur libre, sous câble, de 70 m, pour une portée de 769 m entre les 2 derniers pylônes, ont nécessité une construction de très grande hauteur, 153,60 m et 134,60 m. En plus des hypothèses de calcul usuelles, il fut tenu compte du cas de rupture de 2 conducteurs et du câble de garde. Les pylônes, à structure carrée variables sont réalisés en cornière, boulonnées. Ils furent assemblés, au sol, en 4 éléments, hissés au moyen d’un mât de montage volant, haubanné au pylône. Evolution de l’acier Depuis le fer puddlé jusqu’à l’acier Fe52, cet article décrit les améliorations de la charge de rupture, sur base d’une ductilité maintenue. La soudabilité requiert une réduction des teneurs en carbone et autres éléments, qui justement participaient à l’amélioration de la charge de rupture, un compromis est défini, sur base du CEV .Le problème de rupture fragile est abordé, justifiant une classification de l’acier, sur base de la résilience à basse température (transition ductile-fragile). Bâtiment administratif de la société HADIR à Differdange Le bâtiment administratif, de 34,75 m de haut est constitué de structures en acier, visibles et de murs-rideaux. La stabilité du bâtiment est assurée par les colonnes intérieures, formant, avec les entre- toises de planchers des cadres rigides, sut toute la hauteur, dans le sens transversal et sur 6 travées longitudinalement ; Le problème d’insuffisance de portance du sol, a nécessité des pieux métalliques de 10 m, constitués de HEB 280 renforcés sur la partie inférieure de 1,20 m, par 2 HEA260. 9

RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MDY=