info-steel-53

De trap die naar de ruïnes leidt combineert een cortenstaalbekleding met treden in massief hout. Hij moest zo min mogelijk opvallen, uit respect voor het historische karakter van de ruïnes. Getuige daarvan de centrale leuning, de bekleding van de vakwerkliggers en de steiltegraad van de trap, die maakt dat er slechts drie verankeringspunten op het niveau van de zijdelingse ruïnes nodig waren. Dialoog, verbuigingen en prototypes Andrea Tenuta: «Het was de eerste keer dat we cortenstaal in verschillende vormen en varia- ties toepasten.We hebben relatief eenvoudige oplossingen gehanteerd, die ons toelieten om het materiaal in één geheel te plaatsen door het te verbuigen. Aangezien het om erfgoed ging, moesten we onze ideeën voortdurend aftoetsen bij een begeleidend comité, waarvan de leden soms uiteenlopende visies hadden. Het overleg met studiebureau JZH en de staalbouwer verliep zeer vlot. Het Waals Erfgoedinstituut stemde ermee in om prototypes van bepaalde elementen te laten maken, kwestie van a priori de juiste beslissingen te kunnen nemen. Dat was voor ons een mooie kans om optimalisaties door te voeren voor de definitieve uitwerking van de bestekken.» Enfin, l’escalier qui descend dans les ruines, combine un habillage en Corten avec des marches en bois massif. Il devait être très peu intrusif pour respecter le caractère historique des ruines : garde-corps central, poutres-treillis habillées, flèche avec une rigidité très impor- tante qui permet d’avoir seulement trois points d’accroche au niveau des ruines latérales. Dialogue, déclinaisons et prototypes Andrea Tenuta : « Il s’agissait de notre première expérience d’utilisation de l’acier Corten dans différentes formes et déclinaisons. Nous avons trouvé des solutions relativement simples permettant de garder un seul matériau en le déclinant. S’agissant de patrimoine, nous devions nous référer en permanence à un comité d’accompagnement, dont les membres avaient parfois des avis divergents. Le dialogue avec le bureau d’études JZH et la ferronnerie fut très positif. Pour arriver à de bonnes décisions, le maître d’ouvrage, l’IPW, a accepté de financer des prototypes pour certains ouvrages. Ce fut pour nous une belle opportunité de réaliser des mises au point préalables à la rédaction défini- tive des cahiers des charges. 45