info-steel-56

Het lastenboek bevatte uiterst specifieke voor- schriften. Zo moest de demontage gebeuren via het losmaken van de bouten (afbranden is uit den boze) en aan de hand van methodes die schokken en trillingen op de te bewaren structu- ren verhinderden. De bouwheer leverde zelf de beschermingspro- ducten (primer en gelakte afwerkingslaag) voor de bestaande staalstructuur na ontvetting of afbijting. Het was de bedoeling om de structuur in zijn originele staat te bewaren, inclusief patina en verfresten. Bovengenoemde ingrepen moesten ter plaatse uitgevoerd worden op de delen die niet demon- teer- of transporteerbaar waren, zoals de skip (laadbak waarin de vracht gestort werd na het zeven). Daarnaast moest er op de bestaande staalelementen ook een roestwerende verf en een F90-brandbescherming aangebracht worden. Le cahier des charges précisait les contraintes très spécifiques pour ce travail. Ainsi, le démontage devait se faire par déboulonnage, l’oxycoupage étant à éviter, et en utilisant des procédés évitant des secousses et chocs sur les structures à préserver. Le maître d’ouvrage four- nissait lui-même les produits à appliquer pour la protection (couche primaire et couche de finition de vernis) de la charpente métallique existante après dégraissage ou décapage. La volonté archi- tecturale étant de conserver la charpente dans son aspect d’origine, la patine et les restes de peinture devaient être conservés au maximum ! Ces mêmes opérations durent être effectuées sur place sur les parties qui ne pouvaient pas être démontées et transportées en atelier, comme le skip (benne de transport dans laquelle était déversée la charge après criblage). La mission comprenait également l’application d’une pein- ture antirouille et d’une protection anti-feu F90 sur les éléments métalliques existants. 37