info-steel-59

Metalen (zoals zink) met een lagere emissie- factor absorberen minder stralingswarmte en warmen daardoor minder snel op. Dit kan bij verzinkt staal leiden tot een grotere draagkracht tijdens brand. Onderzoek Na een eerste publicatie in 1990 [2] over een lagere emissiefactor die in het laboratorium is vastgesteld voor dunne verzinkte staalplaat, is er de laatste jaren veel onderzoek verricht om hier een bredere wetenschappelijke basis onder te leggen en de gemeten waarden te valideren voor de praktijk [1, 5, 6, 7, 8] . Naast wetenschappelijk onderzoek bij een aantal Europese universiteiten zijn diverse brandproeven uitgevoerd om de theoretisch en in het lab vastgestelde lagere emissiefactor van verzinkt staal experimenteel in grote ovens te valideren. In [8] worden de in de jaren 2010-2015 uitgevoerde experimenten samengevat (afb. 1) en de in 2016-2017 door CTICM/Efectis in Frankrijk uitgevoerde testen uitvoeriger beschre- ven. Hierbij zijn drie sets standaardbrandproe- ven uitgevoerd [1] (afb. 2) : • vierzijdig aan brand blootgestelde I- en H-profielen, getest als kolom; • driezijdig aan brand blootgestelde I- en H-profielen, getest als ligger; • vierzijdig aan brand blootgestelde vierkan- te buisprofielen, getest als kolom. Certains métaux (tels que le zinc) avec un facteur d’émission plus faible absorbent moins de chaleur rayonnante et s’échauffent donc moins rapidement. Pour l’acier galvanisé, cela peut se traduire par une capacité portante plus grande en cas d’incendie. Études Après une première publication en 1990 [2] sur un facteur d’émission plus faible observé en laboratoire pour une tôle mince d’acier galva- nisé, de nombreuses études ont été réalisées ces dernières années pour asseoir ces données sur une base scientifique plus large et valider en pratique les valeurs mesurées[ 1, 5, 6, 7, 8] . En plus des recherches scientifiques réalisées dans plusieurs universités européennes, des essais au feu ont été effectués dans des grands fours pour valider expérimentalement le facteur d’émis- sion plus faible observé dans la théorie et en laboratoire. Les expériences réalisées dans les années 2010-2015 (fig. 1) et les essais effectués en France en 2016-2017 par CTICM/Efectis sont respectivement résumés et exposés plus en détail en [8] . Trois ensembles d’essais au feu stan- dard ont notamment été réalisés [1] (fig. 2) : • Profilés en I et en H exposés au feu sur quatre faces, testés comme des colonnes ; • Profilés en I et en H exposés au feu sur trois faces, testés comme des poutres ; • Tubes profilés carrés exposés au feu sur quatre faces, testés comme des colonnes. 100 200 100 0 400 600 800 300 500 700 200 300 gemeten (˚C) mesurée (˚C) 400 500 15 min 600 700 800 prédite (˚C) voorspeld (˚C) 30 min 45˚ Afb.3. Vergelijking van berekende temperaturen (bij een emissiefactor ε m = 0,35) en in de brandproeven (van CTICM-Galvazinc-EGGA) gemeten temperaturen na 15 en 30 minuten brand. Fig.3. Comparaison des températures calculées (pour un facteur d’émission ε m = 0,35) et des températures mesurées dans les essais au feu (de CTICM-Galvazinc- EGGA) au bout de 15 et 30 minutes d’incendie. Afb.2. Proefstukken in de testen van CTICM- Galvazinc-EGGA, uitgevoerd bij Efectis Frankrijk [1] : liggertesten met driezijdige verhitting en kolomtesten (H-profielen en kokers) met vierzijdige verhitting [8] . Fig. 2. Échantillons dans les essais de CTICM- Galvazinc-EGGA, réalisés chez Efectis France [1] : essais de poutre avec échauffement sur trois faces et essais de colonne (profilés en H et profilés creux) avec échauffement sur quatre faces [8] . 75