Architecture. Ze zag meteen een mooie uitdaging in de opdracht. Samen met de hele familie werden de grote lijnen uitgezet. De productieloods moest voldoende groot zijn, een hedendaags aanzicht uitstralen en een degustatieruimte omvatten. “Hoewel ik weinig ervaring had met staal, leek het materiaal veruit het best geschikt voor dit doel”, zegt de architecte. “Staal bood de mogelijkheid verder te bouwen op het agrarische karakter van de site en aansluiting te vinden bij de bestaande loods. Bovendien liet deze materie toe een optimale functionaliteit met een hedendaagse vormentaal te combineren die tegelijkertijd eenvoudig, robuust, karaktervol en elegant kan zijn.” Extraverte ruimte De beslissing de wijnloods uiteindelijk los te koppelen van het paviljoen werd ingegeven door landschappelijke – zeg maar poëtische - overwegingen. “Ik wilde rekening houden met de schuine oriëntatie waarin de wijnstokken geplant zijn en de blik vanuit het wijnpaviljoen via een groot raam maximaal op de wijnranken laten vallen. Op die manier wordt de logica van het landschap binnenin de site gebracht en ontstaat er een extraverte ruimte. Het paviljoen staat schuin ten opzichte van de loods.” Geschrankt De eigenlijke wijnloods (50 x 11 m) werd evenwijdig met de bestaande fruitloods ingeplant maar is langwerpiger van vorm. Ook naar de kleurentaal toe is er een groot contrast. De nieuwe wijngebouwen zijn grafietzwart en gaan beter in de natuur op dan de bestaande witte fruitloods. “Beide loodsen werden wel maximaal op elkaar afgestemd”, gaat Elisabeth Schalenbourg verder, “om de twee bedrijvigheden zo efficiënt en praktisch mogelijk te laten functioneren. Waar de twee gebouwen – degustatiepaviljoen en de wijnloods - elkaar ontmoeten ligt ook de toegang tot beide gebouwen. Door de geschrankte compositie van de gebouwen leidt het toegangspad tot een trechtervormige ruimte die het zicht op de achterliggende wijngaard geleidelijk laat ontdekken. immédiatement été séduite par le défi que représentait cette mission. En concertation avec toute la famille, elle a établi les grandes lignes du projet. Le hangar de production devait être suffisamment grand, dégager un caractère contemporain et comprendre un espace de dégustation. « Même si j’avais peu d’expérience dans le domaine de l’acier, ce matériau semblait de loin être le choix le plus adapté à ce projet », indique l’architecte. « Grâce à l’acier, le caractère rural du site pouvait être prolongé, tout en établissant le lien avec le hangar existant. Ce matériau permettait également de combiner une fonctionnalité optimale à un langage formel pour obtenir un tout à la fois simple, robuste, élégant et plein de caractère. Espace extraverti La décision de séparer au final le hangar viticole du pavillon a été inspirée par des motifs d’ordre paysager, pour ne pas dire poétique. « Je voulais tenir compte de l’inclinaison des pieds de vigne et ouvrir au maximum la vue sur les vignes depuis le pavillon viticole, par le biais d’une grande baie vitrée. La logique du paysage s’invite ainsi à l’intérieur du site pour créer un espace extraverti. Le pavillon est construit en oblique par rapport au hangar. » Composition décalée Le hangar viticole (50 x 11 m) proprement dit, a été construit en parallèle au hangar fruitier existant, mais sa forme est plus allongée. Il y a également un énorme contraste au niveau des couleurs. Les nouveaux bâtiments viticoles sont noir graphite et se fondent mieux dans la nature que le hangar fruitier existant. « Les hangars ont toutefois tous deux été coordonnés au maximum », poursuit Elisabeth Schalenbourg, « afin de faire fonctionner ces deux activités de la façon la plus efficace et pratique possible. L’accès aux deux bâtiments - pavillon de dégustation et hangar viticole - se situe à leur jonction. Grâce à la composition décalée de ces bâtiments, le chemin d’accès mène à un espace en forme d’entonnoir qui laisse progressivement apparaître la vigne, située à l’arrière. 18
RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MDY=