info-steel-70

Uitpuilende voegen Het gebouw zelf bestaat uit een glazen volume met de eigenlijke onthaal- en administratieve functies, opslag, archieven, bibliotheek, vergaderzaal en sanitair. “Dit volume dat de scheiding maakt tussen binnen en buiten is opgebouwd uit een vliesgevel van 37 stalen kokers op een hoogte van 4,45 meter. Drie horizontale balken verbinden de verticale. Dit rooster torst zowel het glas als het dak. Het glazen volume wordt dus niet onderbroken door dragende kolommen”, zegt Julien Broers. De gesloten box werd in grijze betonsteen opgetrokken. Aan de buitenkant werden de blokken niet netjes afgestreken maar met uitpuilende voegen op elkaar gemetseld en voorzien van smalle verluchtingsopeningen. “Ik heb een spanning willen scheppen tussen het staal van de kolommen en de mortel van het betonmetselwerk”, verklaart Pierre Hebbelinck deze keuze. “De expressie is hier belangrijk. De lichtvoetigheid van de stalen constructie wisselt af met de als het ware barokke huid van de buitenzijde van betonstenen. Aan de binnenzijde werden ze op de klassieke manier – geborsteld op 45° - gevoegd. Joints ‘baveux’ Le bâtiment lui-même est constitué d’un volume en verre abritant la réception proprement dite et une boîte fermée avec les fonctions administratives, le stockage, les archives, la bibliothèque, la salle de réunion et les installations sanitaires. « Le volume en verre séparant l’extérieur de l’intérieur est constitué d’un mur rideau porteur sur trois côtés avec une hauteur de 4,45 m. Il est composé de 37 tubes verticaux reliés par 3 rangées de tubes horizontaux. Cette grille en acier porte à la fois les vitrages et le toit. Le volume en verre est donc dégagé de tout élément porteur (colonnes). » explique Julien Broers. À l’extérieur de la boîte fermée, les parpaings n’ont pas été rejointoyé, mais se présentent avec des joints horizontaux ‘baveux’ (saillants) et aérés par l’intermédiaire de minces écarts entre les blocs. « J’ai voulu créer une tension entre l’acier des colonnes et le mortier des parpaings », explique Pierre Hebbelinck à propos de ce choix. « Ici, c’est l’expression qui est importante. La légèreté de la construction en acier alterne avec la véritable peau baroque de la façade en parpaings. Sur la face intérieure, ils sont jointoyés de manière classique, brossés à 45° ». 22

RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MDY=