info-steel-56

Vervolgens werd het dek verder door de pyloon- benen gelanceerd, waarbij de pyloon zelf als glijsteun fungeerde. Nadat het dek zijn uitein- delijke positie had bereikt, werd de lanceerneus verwijderd en werden de laatste twee brugdek- moten gemonteerd met een kraan. Installatie van de tuikabels In de laatste fase van het project werden de tuikabels gespannen en het tijdelijke staal verwijderd. Toegang tot de tijdelijke bevesti- gingen bovenaan de pyloon en de ankerbeves- tigingen voor de tuikabels was voorzien door stellingsplatformen aan de buitenzijde van de pyloon. 28 kabels zijn per paar geïnstalleerd door VSL System UK. Alsdusdanig wordt de over- spanning op 14 discrete punten ondersteund door kabels, in het midden door de pyloon en op de uiteinden door de beide landhoofden en een pijler. Elke tuikabel bestaat uit 44 tot 77 stren- gen met een lengte van 52 tot 165 m, afhan- kelijk van zijn positie in het brugschema. Voor buitenstaanders zijn enkel de witte HDPE buizen te zien. In de pyloon en aan het dek werden ankerblokken geïnstalleerd om de strengen te verankeren. Eerst zijn de HDPE buizen met een minimum aantal strengen ingehesen. Vervolgens zijn per buis de overige strengen ingebracht. Wanneer alle strengen geïnstalleerd waren, werden deze streng per streng, kabel per kabel voorgespan- nen. In een eerste fase is tot 50% voorgespan- nen, beginnende bij de kabels het dichtst bij de pyloon en toewerkend naar beide landhoofden. De krachten in de kabels en de vervorming van pyloon en dek werd tegelijk met het spannen opgevolgd en gecontroleerd door beide studie- bureaus. Het opspannen van de kabels gebeurt vanuit de pyloon. Dit maakt de installatie an sich complexer, maar verzekert een eenvoudiger onderhoud in de toekomst. In de tweede fase werden de kabels verder tot 100% gespannen. De brug kwam aldus volle- dig los van de tijdelijke lanceertorens en deze werden hieropvolgend gedemonteerd. Na de afwerkingsfase werd de brug eind augus- tus 2018 opengesteld voor het verkeer. Ensuite, on a pu poursuivre le lançage du tablier entre les jambes du pylône, ce dernier servant alors d’appui de glissement. Dès que le tablier a atteint sa position définitive, le nez de lançage a été évacué et les deux derniers voussoirs du tablier ont été montés à l’aide d’une grue. Installation des haubans La dernière phase du projet consistait à tendre les haubans et à supprimer l’acier temporaire. L’accès aux fixations temporaires au sommet du pylône et aux ancrages des haubans était assuré par des échafaudages entourant le pylône. VSL System UK a installé 28 câbles par paire. La travée est ainsi supportée par des câbles en 14 points discrets, au milieu par le pylône et aux extrémités par les deux culées et une pile. Chaque hauban est constitué de 44 à 77 torons d’une longueur de 52 à 165 m, en fonction de sa position dans la structure. Les profanes voient uniquement les tubes en HDPE blanc. Des blocs d’ancrage ont été préalablement installés dans le pylône et le tablier pour ancrer les câbles. Les tubes HDPE ont d’abord été hissés avec quelques torons. Puis les autres torons ont été tirés dans chaque tube. Une fois tous les torons installés, ils ont été tendus un par un, câble par câble. Dans une première phase jusqu’à 50 % de la force de tension, en commençant par les câbles les plus proches du pylône pour continuer vers les deux culées. Pour cette opération, les deux bureaux d’études ont suivi et contrôlé la déformation du pylône et du tablier. La mise en tension des câbles est assurée depuis le pylône. Cela rend l’installation en soi plus complexe, mais cela simplifie l’entretien à l’avenir. Dans une seconde phase, les câbles ont été tendus à 100%. Le tablier s’est alors entière- ment détaché des tours de lançage temporaires, qui pouvaient maintenant être démontées. Après la phase de finition, le pont a été ouvert à la circulation fin août 2018. 57

RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MDY=