vlak en homogeen is” gaat Bart Versleegers verder. “Het walsen gebeurt coil per coil en is dus geen continu proces.” BUL4, met de beits- en uitgloeilijn - 400 m lengte en 19 m breedte en een hoogte die varieert van 15,5 m tot 34 m en een toren van 52 m - is het proces dat volgt op CRM5. De twee voornaamste processen in die lijn zijn het uitgloeien (rekristallisatiegloeien nodig na de koudvervorming van CRM5) in een langgerekte oven (circa 1150°C op de tweede verdieping van het gebouw) en het beitsen (het elektro-chemisch verwijderen van de oxidelaag die zich vormt tijdens het gloeiproces) op de eerste verdieping.” Atypisch “De bouw van BUL4 is heel atypisch”, gaat Bart Versleegers verder. “Het gebouw werd namelijk niet als omhulsel van de machine geconcipieerd maar maakt wezenlijk deel uit van de machine. In een klassieke opstelling voorziet de machinebouwer waar nodig zijn eigen staalconstructie, zodat alle toestellen los staan van het omhullende gebouw. Dat is zo voor CRM5 maar niet voor BUL4. De voornaamste reden daarvoor is de beperkte breedte (19 m) voor die lijn. We wilden surface lisse, plate et homogène », poursuit Bart Versleegers. « Le laminage se fait bobine par bobine et n’est donc pas un processus continu. » BUL4, avec sa ligne de recuit et de décapage - 400 m de long et 19 m de large, avec une hauteur allant de 15,5 m à 34 m et une tour de 52 m - est le processus qui suit CRM5. Les deux principaux procédés de cette ligne sont le recuit (recristallisation nécessaire après la déformation à froid du CRM5) dans un très long four (environ 1150°C au deuxième étage du bâtiment) et le décapage (élimination électrochimique de la couche d’oxyde qui se forme lors du recuit) au premier étage. » Atypique « Le bâtiment de BUL4 est tout à fait atypique », poursuit Bart Versleegers. « Le bâtiment n’a pas été conçu comme une enveloppe de la machine, mais comme partie intégrante de celle-ci. Dans une configuration classique, le constructeur de machines fournit sa propre structure en acier là où c’est nécessaire, de sorte que tous les dispositifs sont séparés du bâtiment enveloppant. C’est le cas pour CRM5, mais pas pour BUL4. Cela s’explique principalement par la largeur 58
RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MDY=